Een beetje vrij naar Leo Aquina, die dat veel prozaïscher kan beschrijven, hier een kort verhaaltje van een epische reis van vier mopperende ridders. De queeste was Eerbeek (en terug).
Beladen met zadeltassen, krentenbollen en geprepareerde gravelbikes togen de ridders al gravelend de sterke tegenwind tussen Eemnes en Nijkerk tegemoet. Dat lukte aardig totdat de enige spijker op een kilometerslange gravelstrook naar de band van Paul sprong en die nietsontziend doorboorde. Beetje een tegenvaller. Maar niet onoverkomelijk.
Vervolgens wist ridder Duk een nietje (werkelijk een nietje!) door zijn band te krijgen. Gelukkig maakten de beste gehaktballen van de Veluwe in Garderen als tussenstop veel goed. Totdat ridder Duk bij vertrek zijn tweede lekke band gewaar werd. Dat had een tijdelijk negatieve impact op zijn gemoed, maar de koene ridders ploegden voort. Door de impact van de noodzakelijke reparaties en een onverwachte woestijn, die met een ijzeren ros niet door te komen was, moesten de laatste kilometers een beetje worden ‘afgesneden’.
We misten daardoor wel de waterval van Eerbeek, maar ridder Co had eerder al geprobeerd de Euvenemse waterval te bedwingen. Na een diner en een goede nachtrust gingen onze koene ridders de dag daarop weer huiswaarts. Vandaar … nogal zinloos eigenlijk. Ware het niet dat de terugreis over de werkelijk allermooiste, stilste en imponerende gravel- en dirtroads van Nederland leiden.
En, uiteraard een stop bij de Proloog om een potentiële klapband bij ridder Co te voorkomen.
“Duizend doden gestorven op de weg terug, maar het was prachtig. De mannen hebben me er doorheen gesleept.” (Ridder Co)
Toch een avontuurlijk en machtig mooie belevenis zo’n weekendje weg. Voor herhaling vatbaar en daarom ook in november weer op de kalender.
“Bier en bitterballen hebben zelden zo lekker gesmaakt:-),” aldus ridder Co.